Tijdens de eerste weken wordt er vooral gewerkt aan een goede klaswerking.
Verkennen van de hoeken - welk speelgoed is er? - experimenteren met het speelgoed - wat kan wel/wat kan niet? - hoe moeten we opruimen?
Elke ochtend bij het binnenkomen hebben we een aantal taken die moeten gebeuren. De taken zijn allemaal in kleine groepjes aangebracht zodat de kinderen er individueel mee aan te slag kunnen wanneer het hun beurt is. De taken zijn telkens voor een week.
Wat moet er gebeuren? bekers afwassen en afdrogen, week- en weerkalender in orde brengen, de daglijn juist plaatsen, boterhambak naar de eetzaal brengen, één kindjes staat aan de deur om iedereen te begroeten en de planten water geven.
Soms zijn er al eens wachtmomentjes in de kring. Voorbeeld: de één ruimt al wat sneller op, het drinken en plassen kan ook wat in tempo verschillen... dan krijgen de kinderen de kans om in een boekje te kijken of met de prulletjesbak te spelen.
We speelden een variant op de stoelendans.
Wanneer de muziek stopt gingen de kleuters gaan zitten. Wanneer de muziek speelt, plaatsen de kinderen hun stoel onder de tafel en gaan dan terug rondlopen in de klas. Zo leren we als we klaar zijn met spelen dat we onze stoel onder de tafel moeten plaatsen.